Ontdek 50 meditaties van Pasen tot Pinksteren

Koppig en eigenwijs

Patrick Lens
Woensdag na de zesde week van Pasen

Koppig en eigenwijs
Hand, 21,1-16

Met moeite maakten wij ons van hen los. We kozen zee en koersten rechtstreeks naar Kos, de volgende dag naar Rodos en vandaar naar Patara. Daar vonden wij een schip dat zou oversteken naar Fenicië; we gingen aan boord en voeren weg. Toen we Cyprus in zicht kregen, lieten we het aan bakboord liggen, zeilden door naar Syrië en gingen in Tyrus aan land; want daar moest het schip zijn lading lossen. We bleven daar zeven dagen en zochten de leerlingen op. Op ingeving van de Geest zeiden zij tegen Paulus dat hij niet naar Jeruzalem moest gaan.

Maar toen onze tijd verstreken was, zetten we onze reis voort; met z’n allen, ook vrouwen en kinderen, deden ze ons uitgeleide tot buiten de stad. Daar knielden we op het strand neer om te bidden en namen we afscheid van elkaar. Daarop gingen wij aan boord van het schip en keerden zij naar huis terug. Wij maakten nu het laatste deel van onze zeereis, van Tyrus naar Ptolemaïs. We gingen er de broeders begroeten en bleven één dag bij hen.  De volgende dag vertrokken we weer en kwamen in Caesarea. Hier namen we onze intrek in het huis van de evangelist Filippus, een van de zeven. Hij had vier ongetrouwde dochters, die profetes waren. We verbleven daar verscheidene dagen. Toen kwam er uit Judea een profeet die Agabus heette. Hij kwam op ons af, pakte de gordel van Paulus, bond die om zijn eigen polsen en enkels, en zei: ‘Dit zegt de heilige Geest: zo zullen de Joden de man van wie deze gordel is, in Jeruzalem binden en uitleveren aan de heidenen.’ Toen we dat hoorden, drongen wij en de inwoners van die plaats er bij hem op aan niet naar Jeruzalem te gaan. Daarop gaf Paulus ten antwoord: ‘Waarom proberen jullie met tranen op mijn gevoel te werken? Want ik ben niet alleen bereid om me in Jeruzalem te laten binden, maar ook om er voor de naam van de Heer Jezus te sterven.’ Hij liet zich niet overreden. Wij berustten erin en zeiden: ‘De wil van de Heer geschiede!’ Na die dagen maakten wij ons gereed voor de reis en gingen we op weg naar Jeruzalem. Enkele leerlingen uit Caesarea gingen met ons mee: ze brachten ons bij Mnason uit Cyprus, een leerling van het eerste uur, wiens gast wij zouden zijn.

 

 

 

0
Shares