Anton Milh
Derde zondag van Pasen
In het spoor van Ananias
Hand, 9,1-19
Saulus ging nog altijd fel te keer en bedreigde de leerlingen van de Heer met de dood. Hij wendde zich tot de hogeprieste en vroeg hem brieven voor de synagogen in Damascus, zodat hij aanhangers van de weg die hij daar zou vinden, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en naar Jeruzalem overbrengen Hij was op weg en naderde Damascus al, toen hem plotseling een hemels licht omstraalde. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij? Hij zei: ‘Wie bent U dan, Heer?’