Ontdek 50 meditaties van Pasen tot Pinksteren

In het spoor van Ananias

Anton Milh
Derde zondag van Pasen

In het spoor van Ananias
Hand, 9,1-19

Saulus ging nog altijd fel te keer en bedreigde de leerlingen van de Heer met de dood. Hij wendde zich tot de hogeprieste en vroeg hem brieven voor de synagogen in Damascus, zodat hij aanhangers van de weg die hij daar zou vinden, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en naar Jeruzalem overbrengen Hij was op weg en naderde Damascus al, toen hem plotseling een hemels licht omstraalde.   Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij? Hij zei: ‘Wie bent U dan, Heer?’

Verder Lezen :

Drie dagen duisternis

Jef Schoenaerts
Maandag na de derde zondag van Pasen

Drie dagen duisternis
Hand, 9,26-31

In Jeruzalem aangekomen zocht hij aansluiting bij de leerlingen, maar ze waren allemaal bang voor hem, omdat ze niet geloofden dat hij een leerling was. Maar Barnabas nam hem mee naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heer had gezien en dat die tot hem gesproken had, en hoe hij in Damascus vrijmoedig was opgetreden in de naam van Jezus. 

Verder Lezen :

Tabita, sta op

Antoinette Van Mossevelde
Dinsdag na de derde zondag van Pasen

Tabita, sta op
Hand, 9,32-43


Op een grote rondreis kwam Petrus ook bij de heiligen die in Lydda woonden. Hij trof daar een man aan die Eneas heette en al acht jaar op bed lag omdat hij verlamd was. Petrus zei tegen hem: ‘Eneas, Jezus Christus geneest je. Sta op en maak je bed op.’ En meteen stond hij op. Alle bewoners van Lydda en Saron zagen hem en bekeerden zich tot de Heer. 

Verder Lezen :

Ouverture

Marie-Ann De Cocker
Woensdag na de derde zondag van Pasen

Ouverture
Hand, 10,1-23

In Caesarea woonde een zekere Cornelius, een centurio van de Italiaanse cohort. Hij was een vroom man, die met al zijn huisgenoten tot de godvrezenden behoorde, veel liefdadigheid bewees aan het volk en geregeld tot God bad. Op een dag, rond het negende uur, zag hij in een visioen duidelijk een engel van God zijn huis binnenkomen, die tegen hem zei: ‘Cornelius!’ Hij staarde hem aan en geschrokken zei hij: ‘Wat is er, heer?’ Hij zei tegen hem: ‘Uw gebeden en uw liefdadigheid zijn opgestegen tot God en zijn steeds in zijn gedachten.

Verder Lezen :

Ik ben ook maar een mens

Bernard de Cock
Donderdag na de derde zondag van Pasen

Ik ben ook maar een mens
Hand, 10,23b-48

Daarop nodigde hij hen binnen en bood hun onderdak. De volgende dag ging hij met hen op reis en enkele broeders uit Joppe gingen met hem mee Daags daarna kwam hij in Caesarea aan. Cornelius verwachtte hen al en had zijn familieleden en zijn beste vrienden bijeengeroepen Toen Petrus aankwam, liep Cornelius hem tegemoet en viel hem te voet om hem te aanbidden. Maar Petrus richtte hem op en zei: ‘Sta op, ik ben ook maar een mens.’ Terwijl hij met hem sprak, ging hij naar binnen en vond daar veel mensen bijeen. 

Verder Lezen :

Iedereen kan erbij komen

Jan Degraeuwe
Vrijdag na de derde zondag van Pasen

Iedereen kan erbij komen
Hand, 11,1-24

De apostelen en de broeders in Judea hoorden dat ook de heidenen het woord van God aanvaardden. Toen Petrus in Jeruzalem kwam, maakten de gelovigen die besneden waren hem verwijten. Ze zeiden: ‘Jij bent in huis geweest bij onbesnedenen en hebt met hen gegeten.’

Verder Lezen :

Kijken zoals Barnabas

Annemie Deckers
Zaterdag na de derde zondag van Pasen

Kijken zoals Barnabas
Hand, 11,19-30

Zij die sinds de noodtoestand na Stefanus’ dood verspreid waren geraakt, trokken verder tot Fenicië, Cyprus en Antiochië, terwijl zij aan niemand het woord verkondigden dan alleen aan de Joden. Maar er waren ook mensen uit Cyprus en Cyrene bij, die in Antiochië ook aan de hellenisten de goede boodschap gingen verkondigen dat Jezus de Heer is.

Verder Lezen :