Ontdek 50 meditaties van Pasen tot Pinksteren

Een sprekende metafoor

Marie-Anne De Cocker

1 Ko 12:19-31

Als zij allemaal samen één lichaamsdeel vormden, waar bleef dan het lichaam? In feite echter zijn er vele lichaamsdelen, maar is er slechts één lichaam. Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig’, en evenmin het hoofd tegen de voeten: ‘Ik heb jullie niet nodig.’  Nog sterker, juist die lichaamsdelen die het zwakst schijnen te zijn, zijn onmisbaar. En die lichaamsdelen die wij beschouwen als minder eerbaar, eren wij des te meer. Onze minder edele delen worden daarom met grotere kiesheid behandeld; de andere delen hebben dat niet nodig. God heeft het lichaam zo samengesteld dat hij aan het mindere meer eer gaf, opdat er in het lichaam geen verdeeldheid zou zijn en de lichaamsdelen eensgezind voor elkaar zouden zorgen. Wanneer één lichaamsdeel lijdt, delen alle andere in het lijden; wordt één lichaamsdeel geëerd, dan delen alle andere in die vreugde. Welnu, u bent het lichaam van Christus, en ieder van u is van dit lichaam een onderdeel. Nu heeft God in de gemeente allerlei mensen aangesteld, allereerst apostelen, vervolgens profeten, en verder leraren; voorts is er de gave om wonderen te doen, te genezen, te helpen, te besturen en in talen te spreken. Niet iedereen kan apostel zijn, of profeet, of leraar. Kunt u allen wonderen doen? Hebt u allen de gave om te genezen, in talen te spreken en uitleg te geven? Streef naar de hoogste gaven! Maar eerst wijs ik u een buitengewoon voortreffelijke weg.

 Notre accomplissement en Dieu

 

Als ik de liefde niet heb...

Antoinette Van Mossevelde

1 Ko 13:1-17

Al spreek ik de taal van mensen en engelen – als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave van de profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen zou kunnen verzetten – als ik de liefde niet heb, ben ik niets Al deel ik al mijn bezit uit, al geef ik mijzelf prijs om mij daarop te kunnen beroemen – als ik de liefde niet heb, helpt het mij niets. De liefde is geduldig en vriendelijk; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij verbeeldt zich niets. Zij gedraagt zich niet onfatsoenlijk, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.

 Hymne à la charité

 

Als de liefde ons streven doordesemt…

Jef Schoenaerts

1 Ko 13:8-13

De liefde vergaat nooit. De gave van de profetie, ze zal verdwijnen; het spreken in talen, het zal verstommen; de kennis, ze zal ooit hebben afgedaan. Want ons kennen is stukwerk, en stukwerk ons profeteren. Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het stukwerk afgedaan. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke achter mij gelaten. Nu kijken wij nog in een spiegel, we zien raadselachtige dingen, maar straks zien we van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik nog slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben. Deze drie dingen blijven altijd bestaan: geloof, hoop en liefde; maar de liefde is het voornaamste.

 Qu'est-ce qui reste?

 

In talen spreken en profeteren

Bernard De Cock

1 Ko 14:1-6

Maak vooral werk van de liefde. Maar streef ook naar geestelijke gaven, allereerst naar de profetie. Wie in talen spreekt, spreekt niet voor mensen, maar voor God; niemand begrijpt hem, onder invloed van de Geest uit hij Gods geheimen. Maar wie profeteert, spreekt voor mensen: opbouwend, vermanend en troostend. Wie in talen spreekt, bouwt aan zichzelf; wie profeteert, bouwt aan de gemeente. Ik gun u allen van harte het spreken in talen, maar ik heb liever dat u profeteert. Een profeet is meer waard dan iemand die in talen spreekt, behalve wanneer deze laatste ook uitleg geeft, zodat de gemeente erbij gebaat is. 6 Stel, broeders en zusters, dat ik bij u kom en in talen spreek. Wat hebt u daaraan, als ik mij niet tevens tot u richt met geopenbaarde kennis of profetische onderrichting?

 J’ai fait souvent ce rêve étrange et pénétrant

 

Niet met de natte vinger

Mark Butaye

1 Ko 14:7-19

Het is ermee als met muziekinstrumenten, bijvoorbeeld een fluit of een citer. Als die geen duidelijk onderscheiden tonen doen horen, hoe kan men dan weten wat er op de fluit of citer gespeeld wordt? En als de trompet een onherkenbaar signaal geeft, wie zal zich dan gereed maken voor de strijd? Zo is het ook met u: als u met uw tong geen verstaanbare taal spreekt, hoe kan men dan begrijpen wat u zegt? Uw woorden verwaaien in de wind. Er zijn in de wereld ik weet niet hoeveel talen, en geen enkele kan zonder klanken. Maar als ik de betekenis van een klank niet ken, blijf ik voor de spreker een vreemde, en hij voor mij. Ook u moet dus, als u zo op geestelijke gaven gesteld bent, zien uit te blinken in dingen die de gemeente tot nut zijn. Daarom moet hij die in talen spreekt, bidden om de gave van de vertolking. Wanneer ik in tongentaal bid, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand heeft er geen deel aan. Kortom: ik moet bidden met mijn Geest maar ook met mijn verstand, en Gods lof zingen met mijn geest maar ook met mijn verstand. Als u een zegenbede uitspreekt onder invloed van de Geest, hoe kunnen dan toevallig aanwezige buitenstaanders amen antwoorden op uw dankzegging? Zij weten niet eens wat u zegt. U spreekt dan wel een mooi dankgebed uit, maar een ander wordt er niet door gesticht. Ik heb, God zij dank, meer dan wie ook van u de gave om in talen te spreken, maar ik wil in de bijeenkomst van de gemeente liever vijf woorden spreken met verstand, om anderen te onderrichten, dan duizend in tongentaal.

 L'indicible

 

Duidelijke taal graag!

Annemie Deckers

1 Ko 14:20-26

Broeders en zusters, wees niet kinderlijk in uw oordeel; blijf klein als het om slechtheid gaat, maar wees in uw oordeel volwassen mensen. In de wet staat: Door mensen met een onverstaanbare tongval en in een vreemde taal zal Ik spreken tot dit volk, maar zelfs dan zullen zij niet naar Mij luisteren, zegt de Heer. Spreken in talen is dus een teken, niet bestemd voor de gelovigen, maar voor de ongelovigen; de profetie daarentegen is niet bestemd voor de ongelovigen, maar voor de gelovigen. Wat zal er dus gebeuren als buitenstaanders of ongelovigen binnenkomen, terwijl heel de gemeente bijeen is en allen tegelijk in talen spreken? Zullen zij niet zeggen dat u gek bent? Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of buitenstaander binnen, dan wordt hij door allen terechtgewezen, door allen beoordeeld en worden zijn verborgen gedachten blootgelegd; dan zal hij zich ter aarde werpen, hij zal God aanbidden en belijden dat God werkelijk in uw midden is. Samenvattend, broeders en zusters: telkens wanneer u bijeenbent, en de een komt met een psalm, de ander met een onderrichting, weer een ander met een openbaring, of spreekt in talen of geeft er uitleg van, draag er dan zorg voor dat alles dient tot opbouw van uw gemeente.

 Une parole audible pour notre temps

 

Hou je bek !

Patrick Lens

1 Ko 14:27-40

Wat het spreken in talen betreft, laat dit geschieden door twee of hoogstens drie mensen, om beurten; en één moet uitleg geven. Is er niemand om het uit te leggen, dan moeten zij in de bijeenkomst zwijgen, maar spreken voor zichzelf en voor God. Van de profeten mogen er twee of drie het woord voeren, en de overigen moeten het beoordelen. Wanneer een andere aanwezige een openbaring krijgt, moet de eerste zwijgen. U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat allen iets kunnen leren en troost ontvangen. De geesten van de profeten zijn ondergeschikt aan de profeten zelf, want God is geen God van wanorde, maar van vrede. Zoals in alle gemeenten van de heiligen moeten de vrouwen in uw bijeenkomsten hun mond houden. Het is hun niet toegestaan het woord te nemen; zij moeten ondergeschikt blijven, zoals trouwens de wet voorschrijft. Willen zij iets te weten komen, dan moeten zij er thuis hun man maar naar vragen; een vrouw hoort nu eenmaal niet in de gemeente het woord te voeren. Is Gods woord soms van u uitgegaan? Is het alleen tot u doorgedrongen? Als iemand profetische of andere gaven meent te bezitten, moet hij ook inzien, dat wat ik u schrijf een gebod is van de Heer. Wie dit verwerpt wordt zelf verworpen. Dus, broeders en zusters: streef ijverig naar de profetie, zonder het spreken in talen te beletten. Maar laat alles fatsoenlijk en in goede orde geschieden.

 Parole et prophétie