Ontdek 50 meditaties van Pasen tot Pinksteren

Heikele probleemsituaties

Antoinette Van Mossevelde

1 Ko 5:1-8

Men hoort algemeen spreken van ontucht onder u, en wel van de soort die zelfs bij de heidenen niet voorkomt: dat iemand leeft met de vrouw van zijn vader. En daar bent u ook nog trots op? Was maar liever in de rouw gegaan! Dan zou de man die zoiets heeft bedreven uit uw midden verwijderd zijn. Ik voor mij, hoewel lichamelijk afwezig, maar in de geest aanwezig, heb reeds, alsof ik bij u was, het vonnis geveld over hem die dat heeft durven doen: in de naam van onze Heer Jezus en met zijn kracht moet u in een bijeenkomst waarbij ik in de geest aanwezig ben, die man uitleveren aan de satan, tot ondergang van zijn lichaam, maar tot redding van zijn geest op de dag dat de Heer komt. Uw zelfvoldaanheid staat u niet fraai. U weet toch dat een beetje zuurdesem genoeg is om het hele deeg zuur te maken? Doe de oude zuurdesem weg, om vers deeg te worden. U moet zijn als ongezuurde broden, want ook ons paaslam is geslacht: Christus.

 L'audace de l'humilité

 

Grote schoonmaak

Annemie Deckers

1 Ko 5:8-13

Wij moeten ons feest vieren, niet met de oude zuurdesem, de zuurdesem van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid. In mijn brief schreef ik al dat u niet moest omgaan met mensen die zich aan ontucht overgeven. Natuurlijk bedoelde ik niet alle ontuchtigen ter wereld, of uitbuiters, oplichters en afgodendienaren in het algemeen. Dan zou u de wereld moeten verlaten. Nee, wat ik bedoel is dat u niet moet omgaan met elke zogenaamde christen die erop los leeft of hebzuchtig is, of met een afgodendienaar, lasteraar, dronkaard of oplichter. Met zo iemand moet u zelfs niet eten. Ik heb toch niet te oordelen over de buitenstaanders? U oordeelt zelf immers ook alleen over mensen uit uw eigen kring. Over de anderen zal God wel oordelen. Verwijder die boosdoener uit uw midden.

 L’Eglise est-elle une secte ?

 

Barmhartigheid

Michael-Dominique Magielse

1 Ko 6:1-11

Is het waar dat sommigen van u hun recht gaan zoeken bij de onrechtvaardigen, en niet bij de heiligen, als zij een kwestie hebben met een medechristen? Weet u dan niet dat de heiligen over de wereld zullen oordelen? En als het oordeel over de wereld bij u berust, zou u dan niet bevoegd zijn voor de meest onbeduidende rechtszaken? Weet u niet dat wij over engelen zullen oordelen? Hoeveel te meer dan over alledaagse zaken! Voor alledaagse geschillen laat u hen die in de gemeente niet in tel zijn zitting houden? Om u te beschamen zeg ik dit. Is er onder u niet één verstandig man die tussen broeders uitspraak kan doen? Moet dan de ene broeder tegen de andere procederen, en dat nog wel ten overstaan van ongelovigen? Dat u tegen elkaar processen voert, is al treurig genoeg. Waarom lijdt u niet liever onrecht? Waarom laat u zich niet liever benadelen? Maar u pleegt zelf onrecht, zelf berokkent u schade, en nog wel aan broeders. Weet u niet dat zij die onrecht plegen, geen deel zullen hebben aan het koninkrijk van God? Maak uzelf niets wijs! Hoerenlopers, afgodendienaren, echtbrekers, schandknapen, knapenschenders, dieven, uitbuiters, dronkaards, lasteraars, oplichters, zij zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar nu bent u schoon gewassen; u bent geheiligd, u bent gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.

 Sanctifiés par le Seigneur

 

U bent niet van uzelf

Jef Schoenaerts

1 Ko 6:12-20

‘Alles is mij geoorloofd.’ Ja, maar niet alles is goed voor mij. ‘Alles mág ik.’ Ja, maar ik moet mij door niets laten knechten.  ‘Het voedsel is er voor de buik en de buik voor het voedsel, en God zal aan allebei een eind maken.’ Het lichaam is er echter niet voor de ontucht, maar voor de Heer, en de Heer voor het lichaam. God heeft niet alleen de Heer opgewekt, Hij zal ook ons laten opstaan door zijn kracht. U weet toch dat uw lichamen lichaamsdelen zijn van Christus? Zou ik dan van die lichaamsdelen van Christus lichaamsdelen van een hoer maken? Dat nooit! Of weet u niet dat hij die met een hoer omgang heeft, één met haar wordt? De Schrift zegt immers: Die twee zullen één zijn. Maar wie zich met de Heer verenigt, is met Hem één geest. Vlucht weg van ontucht. Elke andere zonde die een mens bedrijft, gaat buiten het lichaam om; maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam. U weet het: uw lichaam is een tempel van de heilige Geest die in u woont, die u van God hebt ontvangen. U bent niet van uzelf. U bent gekocht en de prijs is betaald. Eer God dus met uw lichaam.

 Tout est permis

 

“Het is goed te trouwen” Wat met ascetische krachtpatsers?

Bernard De Cock

1 Ko 7:1-9

In antwoord op wat u geschreven hebt: ‘Het is goed voor een man geen vrouw aan te raken.’ Ja, maar met het oog op de gevallen van ontucht is het beter dat iedere man zijn eigen vrouw heeft en iedere vrouw haar eigen man. De man moet aan zijn vrouw geven waarop zij recht heeft, en evenzo de vrouw aan haar man. Niet de vrouw heeft de beschikking over haar eigen lichaam, maar haar man; evenmin heeft de man te beschikken over zijn eigen lichaam, maar zijn vrouw. Wijs elkaar niet af, tenzij u het onderling goedvindt om u voor een bepaalde tijd aan het gebed te wijden; kom daarna weer samen. Anders zou de satan van uw gebrek aan zelfbeheersing gebruik kunnen maken om u te verleiden. Dit laatste is bedoeld als tegemoetkoming, niet als bevel. Ik zou wel willen dat alle mensen waren zoals ikzelf, maar ieder heeft nu eenmaal van God zijn eigen gave ontvangen, de een deze, de ander die. Tegen de ongehuwden en weduwen zeg ik: het is goed voor hen als zij blijven zoals ik. Maar als zij zich niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Het is beter te trouwen dan te branden.

 Corps accord

 

Een Messiascomplex

Anton-Marie Milh

1 Ko 7:10-17

De gehuwden beveel ik, of liever niet ik, maar de Heer: de vrouw mag niet scheiden van haar man. Is zij toch gescheiden, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen. Evenmin mag de man zijn vrouw verstoten. Tegen de overigen zeg ik, niet de Heer: wanneer een broeder een niet-gelovige vrouw heeft en die stemt erin toe bij hem te blijven, dan mag hij haar niet verstoten. En wanneer een vrouw een niet-gelovige man heeft en die stemt erin toe bij haar te blijven, dan mag zij haar man niet verstoten. Met de vrouw is de niet-gelovige man geheiligd, en met de man de niet-gelovige vrouw; anders waren ook uw kinderen onrein, terwijl zij integendeel heilig zijn. Wil echter de niet-gelovige partij scheiden, laat haar dan scheiden; de broeder of zuster is in zo’n geval niet gebonden; God heeft ons tot vrede geroepen. Trouwens, hoe weet u, vrouw, of u uw man kunt redden, en u, man, hoe weet u of u uw vrouw kunt redden? Voor het overige moet ieder blijven leven zoals de Heer het voor hem beschikt heeft en zoals God hem heeft geroepen. Zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.

 L'appel de Dieu

 

Vrij worden ? Hoezo ?

Mark Butaye

1 Ko 7:18-24

Was iemand besneden toen hij geroepen werd, dan moet hij het niet laten verhelpen; was iemand onbesneden, dan moet hij zich niet laten besnijden. Het gaat er niet om of men besneden is of onbesneden, het gaat alleen om het onderhouden van Gods geboden. Laat iedereen blijven zoals hij bij zijn roeping was! Bent u als slaaf geroepen, laat het u niet verdrieten; en zelfs als u vrij kunt worden, blijf dan toch liever slaaf. Want de slaaf die door de Heer geroepen wordt, is een vrijgelatene van de Heer; en omgekeerd is hij die als vrij man geroepen werd, een slaaf van Christus. U bent gekocht en de prijs is betaald. Word geen slaven van mensen. Broeders en zusters, laat dus iedereen voor God blijven in die staat waarin hij werd geroepen.

 Souriez… On ne bouge plus !