Hoofd- en bijzaken

Michael-Dominique Magielse

1 Ko 11:1-16

Wees mijn navolgers, zoals ik het ben van Christus. Ik vind het prijzenswaardig dat u bij alles aan mij blijft denken, en dat u zich houdt aan de overleveringen die ik u heb doorgegeven. Maar ik verzoek u wel te bedenken dat Christus het hoofd is van iedere man, maar de man het hoofd van de vrouw, en God het hoofd van Christus. Een man die onder het bidden of profeteren het hoofd bedekt houdt, doet zijn hoofd schande aan. Een vrouw daarentegen brengt schande over haar hoofd wanneer zij blootshoofds bidt of profeteert; ik vind dat even erg als wanneer haar hoofd kaalgeschoren was. Als een vrouw geen sluier hoeft te dragen, kan ze net zo goed haar haar laten afknippen. Maar als het voor haar een schande is om kortgeknipt of kaalgeschoren te zijn, laat haar dan wel een sluier dragen. Een man hoeft zijn hoofd niet te bedekken, want hij is het beeld van Gods glorie, maar de vrouw is de glorie van haar man. De man komt niet voort uit de vrouw, maar de vrouw uit de man; ook is de man niet geschapen omwille van de vrouw, maar de vrouw omwille van de man. Daarom moet de vrouw een teken van gezag op het hoofd dragen, omwille van de engelen. Overigens kan in de Heer de vrouw niet buiten de man, en de man niet buiten de vrouw: zoals de vrouw uit de man voortkomt, zo is de man er door de vrouw, en alles is uit God. Zeg nu zelf: is het passend dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt? Leert de natuur zelf u niet dat het voor een man een schande is het haar lang te dragen, terwijl het voor de vrouw juist een sieraad is? Want het haar is de vrouw gegeven bij wijze van sluier.

 La création d'un monde inachevé

 

0
Shares