Nederlandse versie hieronder
Pierre-Paul Boulanger
A lire trop rapidement le passage de l’Évangile de Jean d’aujourd’hui, on pourrait croire qu’il suffit de demander quelque chose au nom du Christ pour le recevoir. On risque vite d’être déçu !
« Demandez au Père en mon nom. » Là est la clé. Faire quelque chose au nom de quelqu’un n’est pas une démarche banale. Il faut avoir établi un lien de confiance avec cette personne pour qu’elle vous mandate à parler en son nom. Pour nous, Chrétiens, cette confiance c’est notre foi en l’Évangile, imprégné de l’enseignement du Christ. Cela suppose une longue relation avec Lui, qui nous a permis de nous rapprocher, de nous comprendre, de nous entendre, de devenir amis, frères.
Demandez à Dieu le Père au nom de Dieu le Fils, en l’appelant Abba, comme il nous l’a demandé, c’est se poser en fils adoptif du Père. C’est donc fort de cette filiation avec le Père que nous prions : confiance réciproque, respect mutuel, liberté donnée et reçue.
Rappelez-vous, Jésus lui-même se retirait souvent pour prier son Père. Ensuite, il enseignait l’Évangile en gestes et en paroles, parlant aux foules, aux disciples, aux pharisiens, en guérissant des malades et des possédés, en vivant parmi les gens de son temps sans chercher les honneurs.
Demander au nom du Fils, notre frère, c’est adopter son attitude : ouverture aux autres, redonner vie aux exclus, aux abattus de la vie, rendre dignes les personnes qui le sollicitent, prendre le temps, avec tous, se faire proche, y compris de ses opposants, par amour. Lorsqu’on y réfléchit un peu, nous nous trouvons souvent dans des situations semblables dans notre vie de tous les jours.
Notre prière du matin ne pourrait-elle pas être une simple demande d’être comme le Christ, Dieu fait homme, dans notre vie de la journée, avec celles et ceux qui seront sur notre chemin ?
- 1re lect. : Ac 18, 23-28
- Ps : 46, 2-3, 8-9, 10
- Évangile : Jn 16, 23b-28
"Vraag en je zult ontvangen": niet te vlug !
Pierre-Paul Boulanger
Als we de passage uit het Evangelie van Johannes van vandaag oppervlakkig lezen, zouden we kunnen denken dat we alleen maar iets hoeven te vragen in de naam van Christus en dat we het dan zullen krijgen. We lopen dan vlug het gevaar teleurgesteld te worden!
"Vraag de Vader in mijn naam “. Dat is de sleutel. Iets doen in iemands naam is geen banaal gebeuren. Je moet een vertrouwensband met die persoon hebben opgebouwd voordat men je een mandaat zal geven om namens hem of haar te spreken. Voor ons christenen is die vertrouwensband ons geloof in het Evangelie, doordrongen van de leer van Christus. Het gaat om een lange relatie met Hem, waarbij wij naar elkaar toe zijn gegroeid, elkaar hebben leren begrijpen, naar elkaar hebben geluisterd en vrienden, broeders zijn geworden.
God de Vader iets vragen in de naam van God de Zoon, Hem Abba noemen, zoals Jezus ons gevraagd heeft te doen, is handelen als een aangenomen kind van de Vader. Het is gesterkt door deze verwantschap met de Vader dat wij bidden: wederzijds vertrouwen, wederzijds respect, gegeven en ontvangen vrijheid.
Vergeet niet dat Jezus zelf zich vaak terugtrok om tot zijn Vader te bidden. Daarna onderwees hij de boodschap met woorden en daden, sprak tot de menigte, tot de leerlingen, tot de Farizeeën, genas de zieken en de bezetenen, leefde onder de mensen van zijn tijd zonder eerbetoon te zoeken.
Vragen in de naam van de Zoon, onze broeder, is leven zoals Hij: openstaan voor de anderen, nieuw leven schenken aan mensen die uitgestoten zijn, aan mensen die geslagen zijn, de waardigheid van elke mens erkennen, tijd maken, uit liefde mensen nabij zijn, ook onze tegenstanders. Als we erover nadenken, bevinden we ons in ons dagelijks leven vaak in soortgelijke situaties.
Zou ons morgengebed niet een eenvoudig verzoek kunnen zijn om te zijn als Christus, de mens geworden God, voor hen die we die dag op ons pad zullen tegenkomen?
- Hand.18, 23-28: het optreden van Apollos
- Joh.16, 23b-28: Ik verlaat de wereld en ga naar de Vader
Crédit photo : iStock / Antonio_Diaz