Myriam Tonus Lundi de la quatrième semaine de Pâques Le règne de Dieu Actes, 12,20-25; 13,1-3
Hérode était en conflit aigu avec les habitants de Tyr et de Sidon. S’étant mis d’accord, ceux-ci vinrent se présenter devant lui. Après avoir gagné à leur cause Blastos, le chambellan du roi, ils sollicitaient une solution pacifique, car leur contrée dépendait du domaine royal pour son approvisionnement.
Mark Butaye Maandag na de vierde zondag van Pasen Van binnen uit - de tijd van de Geest Hand, 12,20-25; 13,1-3
Hij had een conflict met de inwoners van Tyrus en Sidon; zij kwamen gezamenlijk naar hem toe, bepraatten Blastus, de kamerheer van de koning, en vroegen om een vreedzame regeling; hun gebied was namelijk voor de voedselvoorziening afhankelijk van dat van de koning.
Anton Milh Dinsdag na de vierde zondag van Pasen Jezus en de goochelaar Hand, 13,4-12
Zo vertrokken ze, uitgezonden door de heilige Geest, naar Seleucië en gingen vandaar met een schip naar Cyprus, waar ze in Salamis het woord van God verkondigden in de Joodse synagogen. Ze hadden ook Johannes bij zich om hen te helpen.
Ludovic Namurois Quatrième dimanche de Pâques Partir en un autre lieu Actes, 12,1-19
À cette époque, le roi Hérode Agrippa se saisit de certains membres de l’Église pour les mettre à mal. Il supprima Jacques, frère de Jean, en le faisant décapiter. Voyant que cette mesure plaisait aux Juifs, il décida aussi d’arrêter Pierre. C’était les jours des Pains sans levain.
Patrick Lens Vierde zondag van Pasen Gerust in de gevangenis Hand, 12,1-19
Omstreeks die tijd liet koning Herodes enkele leden van de gemeente arresteren en mishandelen.Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen.Omdat hij merkte dat dit de Joden wel beviel, nam hij ook Petrus nog gevangen; dat was juist op de dagen van de ongedesemde broden.
Annemie Deckers Zaterdag na de derde zondag van Pasen Kijken zoals Barnabas Hand, 11,19-30
Zij die sinds de noodtoestand na Stefanus’ dood verspreid waren geraakt, trokken verder tot Fenicië, Cyprus en Antiochië, terwijl zij aan niemand het woord verkondigden dan alleen aan de Joden.Maar er waren ook mensen uit Cyprus en Cyrene bij, die in Antiochië ook aan de hellenisten de goede boodschap gingen verkondigen dat Jezus de Heer is.
Dominique Collin Samedi de la troisième semaine de Pâques La voie Actes, 11,19-30
Les frères dispersés par la tourmente qui se produisit lors de l’affaire d’Étienne allèrent jusqu’en Phénicie, puis à Chypre et Antioche, sans annoncer la Parole à personne d’autre qu’aux Juifs. Parmi eux, il y en avait qui étaient originaires de Chypre et de Cyrène, et qui, en arrivant à Antioche, s’adressaient aussi aux gens de langue grecque pour leur annoncer la Bonne Nouvelle : Jésus est le Seigneur.
Michel Van Aerde Vendredi de la troisième semaine de Pâques La pilule Actes, 11,1-24
Les Apôtres et les frères qui étaient en Judée avaient appris que les nations, elles aussi, avaient reçu la parole de Dieu. Lorsque Pierre fut de retour à Jérusalem, ceux qui étaient juifs d’origine le prirent à partie, en disant : « Tu es entré chez des hommes qui ne sont pas circoncis, et tu as mangé avec eux ! » Alors Pierre reprit l’affaire depuis le commencement et leur exposa tout dans l’ordre, en disant : « J’étais dans la ville de Jaffa, en train de prier, et voici la vision que j’ai eue dans une extase : c’était un objet qui descendait. On aurait dit une grande toile tenue aux quatre coins ; venant du ciel, elle se posa près de moi.
Jan Degraeuwe Vrijdag na de derde zondag van Pasen Iedereen kan erbij komen Hand, 11,1-24
De apostelen en de broeders in Judea hoorden dat ook de heidenen het woord van God aanvaardden.Toen Petrus in Jeruzalem kwam, maakten de gelovigen die besneden waren hem verwijten.Ze zeiden: ‘Jij bent in huis geweest bij onbesnedenen en hebt met hen gegeten.’
Laurent Mathelot Jeudi de la troisième semaine de Pâques Impartialité de Dieu Actes, 10,23-48
Il les fit entrer et leur donna l’hospitalité. Le lendemain, il se mit en route avec eux ; quelques frères de Jaffa l’accompagnèrent. Le jour suivant, il entra à Césarée. Corneille les attendait, et avait rassemblé sa famille et ses amis les plus proches. Comme Pierre arrivait, Corneille vint à sa rencontre et, tombant à ses pieds, il se prosterna. Mais Pierre le releva en disant : « Lève-toi. Je ne suis qu’un homme, moi aussi. » Tout en conversant avec lui, il entra et il trouva beaucoup de gens réunis.
Bernard de Cock Donderdag na de derde zondag van Pasen Ik ben ook maar een mens Hand, 10,23b-48
Daarop nodigde hij hen binnen en bood hun onderdak. De volgende dag ging hij met hen op reis en enkele broeders uit Joppe gingen met hem mee Daags daarna kwam hij in Caesarea aan. Cornelius verwachtte hen al en had zijn familieleden en zijn beste vrienden bijeengeroepen Toen Petrus aankwam, liep Cornelius hem tegemoet en viel hem te voet om hem te aanbidden. Maar Petrus richtte hem op en zei: ‘Sta op, ik ben ook maar een mens.’Terwijl hij met hem sprak, ging hij naar binnen en vond daar veel mensen bijeen.
Marie Monnet Mercredi de la troisième semaine de Pâques Où se trouve l'essentiel ? Actes, 10,1-23
Il y avait à Césarée un homme du nom de Corneille, centurion de la cohorte appelée Italique. C’était quelqu’un de grande piété qui craignait Dieu, lui et tous les gens de sa maison ; il faisait de larges aumônes au peuple juif et priait Dieu sans cesse. Vers la neuvième heure du jour, il eut la vision très claire d’un ange de Dieu qui entrait chez lui et lui disait : « Corneille ! » Celui-ci le fixa du regard et, saisi de crainte, demanda : « Qu’y a-t-il, Seigneur ? » L’ange lui répondit : « Tes prières et tes aumônes sont montées devant Dieu pour qu’il se souvienne de toi. Et maintenant, envoie des hommes à Jaffa et fais venir un certain Simon surnommé Pierre : il est logé chez un autre Simon qui travaille le cuir et dont la maison est au bord de la mer. »
Marie-Ann De Cocker Woensdag na de derde zondag van Pasen Ouverture Hand, 10,1-23
In Caesarea woonde een zekere Cornelius, een centurio van de Italiaanse cohort. Hij was een vroom man, die met al zijn huisgenoten tot de godvrezenden behoorde, veel liefdadigheid bewees aan het volk en geregeld tot God bad. Op een dag, rond het negende uur, zag hij in een visioen duidelijk een engel van God zijn huis binnenkomen, die tegen hem zei: ‘Cornelius!’ Hij staarde hem aan en geschrokken zei hij: ‘Wat is er, heer?’ Hij zei tegen hem: ‘Uw gebeden en uw liefdadigheid zijn opgestegen tot God en zijn steeds in zijn gedachten.
Didier Croonenberghs Mardi de la troisième semaine de Pâques Soyons contagieux Actes, 9,32-43
Or, il arriva que Pierre, parcourant tout le pays, se rendit aussi chez les fidèles qui habitaient Lod. Il y trouva un homme du nom d’Énéas, alité depuis huit ans parce qu’il était paralysé. Pierre lui dit : « Énéas, Jésus Christ te guérit, lève-toi et fais ton lit toi-même. » Et aussitôt il se leva. Alors tous les habitants de Lod et de la plaine de Sarone purent le voir, et ils se convertirent en se tournant vers le Seigneur.
Antoinette Van Mossevelde Dinsdag na de derde zondag van Pasen Tabita, sta op Hand, 9,32-43
Op een grote rondreis kwam Petrus ook bij de heiligen die in Lydda woonden.Hij trof daar een man aan die Eneas heette en al acht jaar op bed lag omdat hij verlamd was.Petrus zei tegen hem: ‘Eneas, Jezus Christus geneest je. Sta op en maak je bed op.’ En meteen stond hij op.Alle bewoners van Lydda en Saron zagen hem en bekeerden zich tot de Heer.
Michel Van Aerde Lundi de la troisième semaine de Pâques L'ancien pécheur Actes, 9,26-31
Arrivé à Jérusalem, Saul cherchait à se joindre aux disciples, mais tous avaient peur de lui, car ils ne croyaient pas que lui aussi était un disciple. Alors Barnabé le prit avec lui et le présenta aux Apôtres ; il leur raconta comment, sur le chemin, Saul avait vu le Seigneur, qui lui avait parlé, et comment, à Damas, il s’était exprimé avec assurance au nom de Jésus.
Jef Schoenaerts Maandag na de derde zondag van Pasen Drie dagen duisternis Hand, 9,26-31
In Jeruzalem aangekomen zocht hij aansluiting bij de leerlingen, maar ze waren allemaal bang voor hem, omdat ze niet geloofden dat hij een leerling was.Maar Barnabas nam hem mee naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heer had gezien en dat die tot hem gesproken had, en hoe hij in Damascus vrijmoedig was opgetreden in de naam van Jezus.
Raphaël Devillers Troisième dimanche de Pâques La conversion de Paul Actes,9,1-19
Saul était toujours animé d’une rage meurtrière contre les disciples du Seigneur. Il alla trouver le grand prêtre et lui demanda des lettres pour les synagogues de Damas, afin que, s’il trouvait des hommes et des femmes qui suivaient le Chemin du Seigneur, il les amène enchaînés à Jérusalem. Comme il était en route et approchait de Damas, soudain une lumière venant du ciel l’enveloppa de sa clarté. Il fut précipité à terre ; il entendit une voix qui lui disait : « Saul, Saul, pourquoi me persécuter ? » Il demanda : « Qui es-tu, Seigneur ? »
Anton Milh Derde zondag van Pasen In het spoor van Ananias Hand, 9,1-19
Saulus ging nog altijd fel te keer en bedreigde de leerlingen van de Heer met de dood. Hij wendde zich tot de hogeprieste en vroeg hem brieven voor de synagogen in Damascus, zodat hij aanhangers van de weg die hij daar zou vinden, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en naar Jeruzalem overbrengen Hij was op weg en naderde Damascus al, toen hem plotseling een hemels licht omstraalde. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij? Hij zei: ‘Wie bent U dan, Heer?’
Marcel Braekers Zaterdag na de 2e zondag van Pasen Je eigen Schrift lezen Hand, 8,26-40
Een engel van de Heer sprak tot Filippus: ‘Ga op reis in zuidelijke richting, naar de weg die van Jeruzalem naar Gaza loopt.’ (Dat is de woestijnweg.) En hij ging op reis. Nu was er net een Ethiopiër op de terugreis van een pelgrimstocht naar Jeruzalem; het was een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, belast met het beheer van haar schatkamer.